Als viltkunstenaar wil ik de wereld een stukje vriendelijker en zachter maken met wolvilt*.

Het is een natuurlijk materiaal van 100% schapenwol dat met wolvezels, warm zeepwater, beweging en spierkracht op een oneffen ondergrond wordt gemaakt. De eigenzinnige vezels zie ik als een metafoor voor het leven zelf. Verschillend per schapenras en ook verschillend per deel van de vacht, harde en zachte, stugge en buigzame, weerbarstige en volgzame vezels. Je kan het vilt grotendeels naar je hand zetten, maar uiteindelijk gaan de vezels hun eigen weg. Dan is het loslaten en meebewegen.

Een vertrek met harde oppervlakken wordt een stuk menselijker en warmer met vilt. Het dempt een overmaat aan galmende geluiden. Het heeft een heilzame werking op de omgeving. Het stoot vuil af, is brandvertragend en kan tot driemaal het eigen gewicht aan water vasthouden.

Als viltdocent laat ik je graag ervaren wat vilten met je doet. Het werken met natuurlijke materialen, het ritmisch bewegen, het fysieke aspect, dit alles samen maakt dat je je hoofd even weer leeg maakt en terugkomt in je lijf. Het is tot rust komen in de hectiek van alle dag. Ik ken geen ander natuurlijk materiaal dat je op zoveel manieren kan vormen, kleien als het ware, waarbij je delen (onzichtbaar) kan combineren en verbinden en waarbij je zowel dikke stukken alsook transparante lappen kan maken. Ik raak er niet op uitgekeken en doe elke keer weer nieuwe ontdekkingen.

* Vilt kom je in allerlei variaties tegen. Bijvoorbeeld gemaakt van denim restmaterialen of petflessen. Het vilt dat ik maak bestaat voor minimaal 99% uit schapenwol. Soms vilt ik voor een bepaald effect een paar plantaardige vezels mee, zoals katoen, linnen, ramie, banaan en soja.