Onlangs sprak ik iemand die een apart slaapgedeelte wil gaan maken in een groot vertrek, door een klein huisje te maken van een frame van pvc-buis, bekleed met kippengaas en zware donkere lappen stof. Mijn reactie was meteen: waarom niet met vilt bekleden. Dat is wat ze in Mongolië al deden met hun yurts of gers, hun vilten huizen. 

Wolvilt heeft zulke fijne eigenschappen: het is natuurlijk materiaal dat ademt, het is goed voor de akoestiek, het is brandvertragend en fijn om om je heen te hebben.

akoestisch wandobject natgevilt van schapenwol
Akoestisch wandobject in De Nieuwe Regentes begin 2019

Dat laatste ondervond ik tijdens mijn expositie begin vorig jaar in De Nieuwe Regentes, waar o.a. een aantal wandkleden van mij hingen in de Tearoom. In eerste instantie lette ik alleen op het beeld. Of het er wel goed bijhing en er aantrekkelijk uitzag. Tot ik een keer met iemand had afgesproken voor een lunch. Ik zat met m’n rug naar m’n groene wandkleed dat op de bakstenen muur hing. Het gaf een behaaglijk, warm en comfortabel gevoel. Ik weet ook niet hoe ik het het beter uit kan leggen. Ik kom van de Groninger klei en ben vrij nuchter ingesteld, maar dit was iets waar ik echt niet omheen kon.

Een ander voorbeeld kan je letterlijk zien op de foto’s bovenin. Ik had het rode kleed in m’n atelier van de muur gehaald en het vertrek lijkt gelijk een stuk killer. Dat is wat wolvilt met een ruimte doet. Het geeft sfeer en warmte.